Bij Optigrün hadden ze een vooruitziende blik, want de ontwikkelaar van groen-, natuur- en retentiedaken specialiseert zich al 50 jaar in duurzame daken. ‘In het begin was er weinig kennis, bovendien was de markt erg klein,’ vertelt directeur Henk Vlijm. ‘Maar met veel vallen en opstaan hebben we meegemaakt hoe de markt is gegroeid.’ Inmiddels is het geen kwestie meer van óf, maar wannéér het complete Nederlandse dakenlandschap transformeert tot een multifunctioneel walhalla. Als het aan Optigrün ligt liever vandaag dan morgen. ‘Hoezo: te vroeg voor beleid?’
Vanaf 2004 aan het roer van Optigrün Eind 2003 kruiste het Duitse bedrijf Optigrün Vlijms pad. Daarvoor had hij acht jaar in verschillende functies gewerkt met dakbegroeiing- en daktuinsystemen. ‘Met ingang van 2004 ging ik van start met het opbouwen van Optigroen Dak- en Gevelbegroeiing. We hebben onszelf echt enorm kunnen ontwikkelen. Begonnen als underdog, nu zijn we marktleider. En nog steeds innovatief.’
Slimdak op de DakAkker: denken in mogelijkheden, niet in moeilijkheden Optigrün levert elk jaar een paar honderd Nederlandse multifunctionele daken op. Enkele bekende projecten zijn het EMA-gebouw in Amsterdam en De Groene Kaap en Little C in de Coolhaven in Rotterdam. Maar als Vlijm een lievelingsdak móet noemen, kiest hij voor een ander dak in de Maasstad, namelijk het Slimdak van de DakAkker . Waarom? ‘Omdat men het toen, vlak na de crisis in 2012, heeft aangedurfd om te denken in mogelijkheden in plaats van in moeilijkheden. In die tijd werd alles, wat ook maar iets met groen te maken had, meteen wegbezuinigd in de bouw.’ Het Slimdak combineert alle kwaliteiten die in een duurzaam en multifunctioneel dak samenkomen, vindt Vlijm: ‘Voedsel verbouwen, slimme datagestuurde waterretentie, sociale cohesie en veel media-aandacht wereldwijd. Tot op de dag van vandaag zijn er wachtrijen voor rondleidingen. En ook als je wil meewerken als vrijwilliger moet je geduld hebben.’
Het dakenbeleid van Duitsland, Engeland en België als voorbeeld Multifunctionele daken zijn cruciaal in de transitie naar een duurzamere samenleving, vindt Vlijm. ‘We willen al zoveel in Nederland. We hebben enorm veel bestemmingen voor de kostbare grond die we hebben. Dus áls we dan gaan bouwen, is meerlaags en multifunctioneel de enige manier. Alleen zo kunnen we verstandig omgaan met het ruimtegebrek, de urbanisering en het stadsklimaat.’ Daarom snapt hij partijen die twijfelen niet zo goed. ‘Met name de gemeenten, die zich afvragen of het niet te vroeg is om hier al beleid voor te maken. Maar wat is ‘te vroeg’ als de markt al vijftig jaar oud is? Landen zoals Duitsland en België hebben het al wel goed verankerd in hun beleid. Of neem bijvoorbeeld Engeland, waar de bouwregel is aangescherpt naar minimaal 30 procent verplicht groen op een kavel. Daar kunnen wij in Nederland nog wat van leren!’
